Box 2-claim blijft na emigratie en remigratie
Gepubliceerd op 09-11-2021Een directeur-grootaandeelhouder (DGA) emigreert naar het Verenigd Koninkrijk, twee jaar later naar België en na zestien jaar keert hij terug naar Nederland. Als de DGA in België woont, verhuist de feitelijke leiding van de BV naar Curaçao. Tegelijk met de DGA verhuist deze weer terug naar Nederland. Lukt het om op deze manier een deel van de Box 2-claim af te schudden?
Conserverende aanslag
De DGA heeft de BV ooit opgericht voor € 18.151, de historische verkrijgingsprijs van zijn aandelen. Bij emigratie naar het Verenigd Koningrijk kreeg hij een conserverende aanslag ter hoogte van 25% (tarief Box 2) over het verschil tussen de waarde van de aandelen op dat moment en de historische verkrijgingsprijs: 25% van € 2.476.010. Tien jaar na emigratie is deze conserverende aanslag kwijtgescholden. Tot zover gewoon toepassing van de geldende regels.
Terugkeer naar Nederland
Enkele jaren na die kwijtschelding vestigt de DGA zich met zijn BV weer in Nederland. De aandelen zijn dan € 3.149.826 waard. Tien jaar na verplaatsing van de feitelijke leiding waren de aandelen € 3.028.836 waard.
De vraag is wat nu de nieuwe verkrijgingsprijs van de aandelen in de BV is. Waarom is deze vraag van belang? Als de DGA als inwoner van Nederland de aandelen verkoopt, moet hij Box 2-heffing betalen over het verschil tussen de verkoopopbrengst en de verkrijgingsprijs.
De nieuwe verkrijgingsprijs is niet € 18.151. Helaas ook niet € 3.149.826, de waarde bij terugkeer naar Nederland. De nieuwe verkrijgingsprijs is volgens de rechter € 18.151, plus het verschil tussen € 3.149.826 en € 3.028.836 (de waardeaangroei na tien jaar na zetelverplaatsing): € 139.141.
Let op: Over internationale taxplanning gaan soms nog heldhaftige verhalen rond. Maar emigratie en verplaatsing van feitelijke leiding vragen zorgvuldige planning en brengen flinke kosten met zich mee. Bovendien werken de ingevoerde antimisbruikbepalingen, zoals ook in deze zaak, wel degelijk. Het maatschappelijke sentiment rond belastingontwijking is inmiddels heel anders dan twintig jaar geleden, het jaar waarin de DGA in deze zaak emigreerde.
Box 2-claim blijft na emigratie en remigratie
Gepubliceerd op 09-11-2021Conserverende aanslag
De DGA heeft de BV ooit opgericht voor € 18.151, de historische verkrijgingsprijs van zijn aandelen. Bij emigratie naar het Verenigd Koningrijk kreeg hij een conserverende aanslag ter hoogte van 25% (tarief Box 2) over het verschil tussen de waarde van de aandelen op dat moment en de historische verkrijgingsprijs: 25% van € 2.476.010. Tien jaar na emigratie is deze conserverende aanslag kwijtgescholden. Tot zover gewoon toepassing van de geldende regels.
Terugkeer naar Nederland
Enkele jaren na die kwijtschelding vestigt de DGA zich met zijn BV weer in Nederland. De aandelen zijn dan € 3.149.826 waard. Tien jaar na verplaatsing van de feitelijke leiding waren de aandelen € 3.028.836 waard.
De vraag is wat nu de nieuwe verkrijgingsprijs van de aandelen in de BV is. Waarom is deze vraag van belang? Als de DGA als inwoner van Nederland de aandelen verkoopt, moet hij Box 2-heffing betalen over het verschil tussen de verkoopopbrengst en de verkrijgingsprijs.
De nieuwe verkrijgingsprijs is niet € 18.151. Helaas ook niet € 3.149.826, de waarde bij terugkeer naar Nederland. De nieuwe verkrijgingsprijs is volgens de rechter € 18.151, plus het verschil tussen € 3.149.826 en € 3.028.836 (de waardeaangroei na tien jaar na zetelverplaatsing): € 139.141.
Let op: Over internationale taxplanning gaan soms nog heldhaftige verhalen rond. Maar emigratie en verplaatsing van feitelijke leiding vragen zorgvuldige planning en brengen flinke kosten met zich mee. Bovendien werken de ingevoerde antimisbruikbepalingen, zoals ook in deze zaak, wel degelijk. Het maatschappelijke sentiment rond belastingontwijking is inmiddels heel anders dan twintig jaar geleden, het jaar waarin de DGA in deze zaak emigreerde.