Vakantieauto en bijtelling
Gepubliceerd op 13-08-2021Een werkgever kan gedurende de vakantieperiode een ‘vakantieauto’ ter beschikking stellen aan de werknemer. Of de werknemer levert de auto van de zaak in tijdens de vakantieperiode. Wat de gevolgen zijn voor de bijtelling is afhankelijk van de situatie. In een handreiking gaat de Belastingdienst hierop in.
1. Tijdens vakantieperiode 2 auto’s
Stelt u een werknemer tijdens de vakantieperiode gelijktijdig 2 of meer auto’s ter beschikking? Dan moet u het privégebruik per auto beoordelen. De bijtelling privégebruik auto past u toe voor elke auto waarmee de werknemer op kalenderjaarbasis meer dan 500 privékilometers rijdt. Redelijke toepassing van deze regels betekent dat de bijtelling privégebruik auto bij meerdere ter beschikking gestelde auto’s beperkt kan blijven tot 1 auto als de werknemer alleenstaand is of als in zijn gezin 1 persoon een rijbewijs heeft. U houdt alleen rekening met de bijtelling van de auto met de hoogste cataloguswaarde. Als in het gezin van de werknemer 2 personen een rijbewijs hebben, berekent u de bijtelling over 2 auto’s. U houdt alleen rekening met de bijtelling van de 2 auto’s met de hoogste cataloguswaarde.
2. Tijdens vakantieperiode vervangende auto
Heeft de werknemer een auto van de zaak en krijgt hij tijdens de vakantieperiode een andere auto ter beschikking? Dan moet u bijtellen als uw werknemer in het kalenderjaar in totaal meer dan 500 kilometer privé rijdt. De bijtelling geldt dan voor beide auto’s, gedurende de periode dat deze auto’s aan de werknemer ter beschikking staan. U moet het privégebruik voor elke auto naar tijdsgelang berekenen.
3. Alleen tijdens vakantie een auto ter beschikking
Het kan zijn dat u de werknemer alleen voor de vakantieperiode een auto ter beschikking stelt. Dan moet u de gereden privékilometers omrekenen tot het aantal privékilometers dat uw werknemer zou rijden in een heel kalenderjaar. Als dit meer is dan 500 kilometer, berekent u de bijtelling naar tijdsgelang.
4. Werkgever verhuurt auto
Als de werknemer tijdens de vakantieperiode een auto huurt van de werkgever, is het afhankelijk van feiten en omstandigheden of u de bijtelling moet toepassen. Zo is relevant of de werknemer een zakelijke huurprijs betaalt.
5. Sleutels inleveren tijdens vakantie
Een werknemer rijdt meer dan 500 kilometer privé met de auto van de zaak. Tijdens de vakantieperiode van 1 maand levert hij de sleutels van de auto in. Is dan de bijtelling nog van toepassing voor deze maand? In deze situatie moet u vaststellen of de auto nog ter beschikking staat tijdens de vakantie. Heeft de werknemer nog beschikkingsmacht over de auto? Hoe controleert u dat en gelden er sanctie die schriftelijk zijn vastgelegd?
Let op: Een grotere of niet-elektrische vakantieauto is voor de werknemer heel praktisch. Maar de fiscale gevolgen kunnen fors zijn. Laat u goed adviseren over de mogelijkheden en voorwaarden.
Vakantieauto en bijtelling
Gepubliceerd op 13-08-20211. Tijdens vakantieperiode 2 auto’s
Stelt u een werknemer tijdens de vakantieperiode gelijktijdig 2 of meer auto’s ter beschikking? Dan moet u het privégebruik per auto beoordelen. De bijtelling privégebruik auto past u toe voor elke auto waarmee de werknemer op kalenderjaarbasis meer dan 500 privékilometers rijdt. Redelijke toepassing van deze regels betekent dat de bijtelling privégebruik auto bij meerdere ter beschikking gestelde auto’s beperkt kan blijven tot 1 auto als de werknemer alleenstaand is of als in zijn gezin 1 persoon een rijbewijs heeft. U houdt alleen rekening met de bijtelling van de auto met de hoogste cataloguswaarde. Als in het gezin van de werknemer 2 personen een rijbewijs hebben, berekent u de bijtelling over 2 auto’s. U houdt alleen rekening met de bijtelling van de 2 auto’s met de hoogste cataloguswaarde.
2. Tijdens vakantieperiode vervangende auto
Heeft de werknemer een auto van de zaak en krijgt hij tijdens de vakantieperiode een andere auto ter beschikking? Dan moet u bijtellen als uw werknemer in het kalenderjaar in totaal meer dan 500 kilometer privé rijdt. De bijtelling geldt dan voor beide auto’s, gedurende de periode dat deze auto’s aan de werknemer ter beschikking staan. U moet het privégebruik voor elke auto naar tijdsgelang berekenen.
3. Alleen tijdens vakantie een auto ter beschikking
Het kan zijn dat u de werknemer alleen voor de vakantieperiode een auto ter beschikking stelt. Dan moet u de gereden privékilometers omrekenen tot het aantal privékilometers dat uw werknemer zou rijden in een heel kalenderjaar. Als dit meer is dan 500 kilometer, berekent u de bijtelling naar tijdsgelang.
4. Werkgever verhuurt auto
Als de werknemer tijdens de vakantieperiode een auto huurt van de werkgever, is het afhankelijk van feiten en omstandigheden of u de bijtelling moet toepassen. Zo is relevant of de werknemer een zakelijke huurprijs betaalt.
5. Sleutels inleveren tijdens vakantie
Een werknemer rijdt meer dan 500 kilometer privé met de auto van de zaak. Tijdens de vakantieperiode van 1 maand levert hij de sleutels van de auto in. Is dan de bijtelling nog van toepassing voor deze maand? In deze situatie moet u vaststellen of de auto nog ter beschikking staat tijdens de vakantie. Heeft de werknemer nog beschikkingsmacht over de auto? Hoe controleert u dat en gelden er sanctie die schriftelijk zijn vastgelegd?
Let op: Een grotere of niet-elektrische vakantieauto is voor de werknemer heel praktisch. Maar de fiscale gevolgen kunnen fors zijn. Laat u goed adviseren over de mogelijkheden en voorwaarden.