Hoe werkt de Beschikking geen loonheffingen (BGL) in de praktijk?
Gepubliceerd op 06-10-2014Volgens een wetsvoorstel wordt de VAR in 2015 vervangen door de Beschikking geen loonheffingen (BGL), maar hoe werkt dat in de praktijk? De zzp’er vraagt de BGL aan en zijn antwoorden bepalen of de Belastingdienst de BGL afgeeft of een afwijzing stuurt. De antwoorden worden verwerkt als stellingen in een bijlage bij de BGL. De opdrachtgever moet controleren of de stellingen overeenkomen met de afspraken die hij met de zzp’er heeft gemaakt. Is dat het geval, dan hoeft de opdrachtgever geen loonheffingen in te houden en te betalen. Hij is dan ook gevrijwaard van naheffingen. Maar wat gebeurt er als de stellingen niet kloppen? Alleen als de opdrachtgever de vragen ook had kunnen beantwoorden, worden de antwoorden van de zzp’er verwerkt als stellingen bij de BGL. Het gaat dan bijvoorbeeld om de volgende stellingen:
- Mag zich vrij laten vervangen
- Bepaalt zelf zijn werktijden
- Loopt risico bij fouten en schade
- Wordt niet betaald bij ziekte en vakantie
- Werkt zelfstandig, zonder toezicht
- Gebruikt eigen gereedschap
- Werkt niet via een bemiddelings- of uitzendbureau
- Was niet eerder bij de opdrachtgever in dienst
De vraag naar het aantal opdrachtgevers of investeringen kan de opdrachtgever niet beantwoorden. Dat hoeft hij dus ook niet te controleren. Blijken één of meer van de stellingen niet te kloppen, dan moet de opdrachtgever zelf beoordelen of er sprake is van een dienstbetrekking. Daarvoor zal hij een adviseur moeten inschakelen. Hij kan ook vragen om een andere BGL of de afspraken met de zzp’er aanpassen. Bijvoorbeeld dat deze wel met eigen gereedschap gaat werken. De zzp’er vraagt dan een nieuwe BGL aan, waarbij hij deze nieuwe afspraak vermeldt.
Let op
Constateert de Belastingdienst achteraf op grond van de werkelijke feiten en omstandigheden dat er een dienstbetrekking was, dan kan het inkomen voor de inkomstenbelasting als loon worden aangemerkt. Dat kan zelfs als eerder een BGL was afgegeven.