Verhoogde vrije ruimte en renteloze lening
Gepubliceerd op 13-12-2022Een werkgever kan de verhoogde vrije ruimte in 2023 gebruiken voor het rentevoordeel dat de werknemer heeft bij een renteloze lening van de werkgever. Dit geldt ook als de lening vóór 2023 is aangegaan en voor een (gedeeltelijke) kwijtschelding van de lening. Dit is aan de orde geweest bij de behandeling van het Belastingplan 2023.
Normale regels
Voor de renteloze lening van de werkgever en een kwijtschelding van de lening gelden de normale regels voor de loonheffingen. Wel moet u de leningsovereenkomst vastleggen in de loonadministratie.
Het rentevoordeel of de kwijtschelding is loon op het moment dat de werknemer het voordeel geniet. De werkgever kan dat voordeel aanwijzen als eindheffingsloon. Vervolgens kan hij de (verhoogde) vrije ruimte gebruiken. Het moment van (gedeeltelijke) kwijtschelding van de lening is het moment waarop duidelijk is dat de werknemer het bedrag niet meer hoeft terug te betalen.
Let op: De vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt alleen in 2023 extra verhoogd naar 3% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000 (2022: 1,7%). Voor het meerdere boven een loonsom van € 400.000 blijft het percentage van 1,18% ongewijzigd.
Verhoogde vrije ruimte en renteloze lening
Gepubliceerd op 13-12-2022Normale regels
Voor de renteloze lening van de werkgever en een kwijtschelding van de lening gelden de normale regels voor de loonheffingen. Wel moet u de leningsovereenkomst vastleggen in de loonadministratie.
Het rentevoordeel of de kwijtschelding is loon op het moment dat de werknemer het voordeel geniet. De werkgever kan dat voordeel aanwijzen als eindheffingsloon. Vervolgens kan hij de (verhoogde) vrije ruimte gebruiken. Het moment van (gedeeltelijke) kwijtschelding van de lening is het moment waarop duidelijk is dat de werknemer het bedrag niet meer hoeft terug te betalen.
Let op: De vrije ruimte van de werkkostenregeling wordt alleen in 2023 extra verhoogd naar 3% van de fiscale loonsom tot en met € 400.000 (2022: 1,7%). Voor het meerdere boven een loonsom van € 400.000 blijft het percentage van 1,18% ongewijzigd.